Fort Zeelandia is in een flauwe bocht in de rivier gebouwd door de Engelsen, onder leiding van Lord Francis Willoughby, toenmalig gouverneur van Barbados. De reden waarom het fort op deze plaats is gebouwd, komt waarschijnlijk door het feit dat er op de locatie van de huidige Palmentuin een groep Inheemsen woonde, die de kolonisten konden voorzien van etenswaar. Er werd dus ruilhandel met hen gedreven. Bovendien was deze plaats gedurende korte tijd eerder bewoond, in 1613 door de Nederlanders Dirck van Sanen en Nicolaas Baliestel en in 1644 door een groepje Fransen onder leiding van Noailly.
Het fort was aanvankelijk opgetrokken uit hout met een houten palissade er om heen. Later werd klipsteen uit de schelprits waarop het fort is gebouwd, gebruikt om een steviger structuur op te trekken. Vreemd is dit niet. Op Barbados werden namelijk reeds forten uit koraalsteen gebouwd. Toen de Engelsen een gracht om het fort groeven, stuitten ze op klipsteen en dit materiaal hebben ze gebruikt om de muren mee op te trekken. Later is de gracht weer gedempt. De manier waarop het fort is opgezet, is bijzonder strategisch. Al in de vijftiende eeuw trok men verdedigingswerken op in de vorm van een Pentagon, een vijfhoek. Deze vorm is op diverse plaatsen in de wereld toegepast.
Maar was de ligging van het fort wel zo strategisch? Als we naar bijgevoegde kaart kijken en de geschiedenis volgen, moeten we concluderen van niet. ‘Caart van de Mondt der gedeeltelijke Cours van de rivier Surinaeme en Commewijne als meede de Situatie van ’t Fortresse Nieuw Amsterdam redoute Purmerend En de geprojecteerde Batterij D ’t Fort Zeelandia en Paramaribo’ is een kaart uit 1755. Uit deze afbeelding blijkt duidelijk dat Fort Zeelandia in een bocht van de meanderende Surinamerivier ligt, met aan de overkant van de rivier een ‘Hooge Boom’. Deze stond op Post Jachtlust, waar een militaire uitkijkpost was. Deze eeuwenoude boom, een kankantrie, is pas rond 1970 omgevallen.
Doordat het fort in een bocht lag, was het onmogelijk om de vijandige schepen, die vanuit zee de monding op kwamen varen, bijtijds te signaleren. Met als gevolg dat het fort ook diverse malen is overvallen en ingenomen. De eerste keer had ook direct de grootste consequenties voor Suriname. De Zeeuwse admiraal Abraham Crijnssen voer met drie fregatten en vier kleinere schepen, met in totaal 750 zeelieden en 225 soldaten tot voor het Engelse fort. Lord Byam, afgezant van Willoughby, werd zonder veel geweld tot overgave gedwongen. Bij de vrede van Breda in 1667 werd het fort officieel toegewezen aan de Nederlanden en kregen de Britten Nieuw Amsterdam in handen, het huidige New York. Ook in 1712, toen de Fransman Cassard Suriname binnenviel en een enorme brandschatting eiste, is het fort als verdedigingswerk niet functioneel gebleken.
In 1718 heeft Herlein reeds gewezen op de strategische ligging van de landtong tussen de Commewijne- en de Surinamerivier, toen ‘Krabbebos’ genoemd.
Na veel dyugudyugu werd het besluit genomen een nieuw fort aan te leggen. Gouverneur De Cheusses legde de eerste steen in 1734, op de plaats waar fort Nieuw Amsterdam zou verrijzen. Pas in 1747 was de bouw af, onder gouverneur Mauricius die daarna ook de nieuwe gronden in de Commewijne heeft uitgegeven. Hij liet ook een klein hulpfort, Purmerend (genoemd naar zijn woonplaats) aanleggen. Dit tot groot ongenoegen van de cabalen, een groep planters die fel gekant was tegen de gouverneur. Zij vonden dat ze al meer dan genoeg hadden bijgedragen aan de bouw van het grote fort. Toch werd er aan de overkant in 1756 nog een hulpfort, ‘Leyden’, aangelegd. Daarna is het een vijandige natie niet meer gelukt Suriname met geweld in te nemen. Deze bijzonder leuke kaart uit 1755 is erg geschikt voor het onderwijs. Kinderen vinden de kanonskogels, die je om de oren lijken te vliegen, namelijk geweldig!
Bron: C. Koeman (ed.), Schakels met het verleden(Amsterdam 1973)