Javanen

[rev_slider javanen]

 

 

Javanen

In 1890 komen de eerste Javanen naar Suriname. Nadat een kleine groep succesvol is aangeworven om op suikerplantage Mariënburg te werken, volgt grootscheepse immigratie door de Nederlandse overheid. Tot 1939 verscheept Nederland ruim 30.000 Indonesiërs naar Suriname, ongeveer drie kwart daarvan keert nooit terug naar huis. Javanen nemen hun eigen gebruiken, rituelen en voorwerpen mee. Ze zorgen bijvoorbeeld voor de verdere verspreiding van de islam in Suriname en openen warungs, eettentjes.

Een van de meest in het oog springende zaken uit het Javaanse erfgoed is de wajangpop. Wajang is het Javaanse woord voor schaduw of schim; het schimmenspel wordt sinds 1890 ook in Suriname beoefend. Opvoeringen vinden traditioneel plaats rond belangrijke gebeurtenissen als een huwelijk of besnijdenis. De oudste vorm is Wajang Kulit, waarbij tweedimensionale, leren poppen centraal staan. Later ontstonden ook vormen met houten poppen, zoals Wajang Golek en Wajang Klitik. Het Surinaams Museum beheert een collectie wajangpoppen die teruggaat tot het begin van de twintigste eeuw. Sinds het midden van deze eeuw zijn kleding, keukengerei, landbouwgerei en muziekinstrumenten zoals de gamelan in de collectie opgenomen.