Archeologie

[rev_slider archeologie]

 

Archeologie

Plantage-eigenaar Christiaan Hering (1829-1907) is in de tweede helft van de negentiende eeuw de eerste die zich met de Surinaamse archeologie bezighoudt. Na hem ligt het onderzoek lang stil, Dick Geijskes (1907-1985) is rond de Tweede Wereldoorlog de eerste die zich in Suriname weer met archeologie bezighoudt. Hij doet opgravingen op de kunstmatige heuvel Hertenrits (1957) en te Kwatta Tingiholo (1961). Geijskes is een voorstander van een zelfstandige archeologische dienst. Deze dienst komt er in 1965, niet als zelfstandig instituut maar als onderdeel van het Surinaams Museum. Museumconservator Piet Bolwerk (geb. 1934) is de eerste chef, in 1973 volgt Arie Boomert (geb. 1946) hem op en van 1975 tot eind 1980 is Aad Versteeg (geb. 1944) als archeoloog aan het museum verbonden. Versteeg onderzoekt zo’n zestig archeologische sites. Ook het bestuurslid en bosbouwer Frans Bubberman (geb. 1928) is zeer actief. Hij ontdekt, vaak samen met medebestuurslid en geoloog Joost Janssen, meer dan tweehonderd sites.

Met het verzamelde materiaal wordt in Fort Zeelandia een archeologische opstelling over de vroegste bewoners van Suriname opgebouwd. De Archeologische Dienst wordt op 1 oktober 1980 een overheidsinstituut onder leiding van Ben Mitrasingh (geb. 1944). Hij vervult deze functie tot het eind van het decennium. Er komt geen opvolger en de Archeologische Dienst versloft. De collectie is sinds 2000 weer ondergebracht bij het Surinaams Museum, dat er met hulp van Versteeg opnieuw een presentatie van samenstelt. Het museum is ook weer actief in het archeologisch onderzoek.

De archeologische collectie bestaat voornamelijk uit aardewerk en is geheel precolumbiaans, ofwel: de archeologie in Suriname richt zich op vondsten van voor 1492. De eerste bewoners van Suriname laten zo’n tienduizend jaar geleden hun sporen na. Van deze vroegste groepen zijn er vondsten, maar is verder weinig bekend. We weten wel hoe Suriname vervolgens bevolkt raakt. Vanuit het westen komen, zo’n 2500 jaar geleden, de Arowakken naar het gebied. Deze landbouwers leven, nadat hun voorgangers verdreven zijn, vaak op kunstmatige heuvels zoals de Hertenrits en verbouwen cassave. Zo’n negenhonderd jaar geleden trekken Cariben vanuit het oosten het huidige Suriname binnen. Van beide taalgroepen is archeologische materiaal in het museum aanwezig. Hieronder vindt u enkele bijzondere stukken.