Museumstof 38: Moni: no habi famiri

Museumstof 37: In stijl blijven
januari 27, 2003
Museumstof 39: Louis Eduard Wijdenbosch (1908-1957) aan de vergetelheid ontrukt
februari 11, 2003
Show all

Museumstof 38: Moni: no habi famiri

Regelmatig ontvangt het museum schenkingen van zeer uiteenlopende aard. Niet altijd is het aangebodene geschikt om in het museum te worden opgenomen. Indien dat wel het geval is komen deze schenkingen over het algemeen in het depot terecht. Zo mogelijk worden ze opgenomen in de openbare opstelling, dus in het museum en anders zullen ze misschien gebruikt worden bij tijdelijke tentoonstellingen. Bovendien staan ze voortdurend ter beschikking van wetenschappelijk onderzoek. Ze worden beschreven, er wordt een inventariskaart van aangelegd, ze worden eventueel gefotografeerd enz. In een van de volgende afleveringen van Museumstof zullen we wat dieper ingaan op de administratieve verwerking van de aanwinsten. Het is uitermate jammer dat grote delen van de collecties van het museum om diverse redenen niet permanent getoond kunnen worden. Er wordt naar gestreefd om op korte termijn een hoekje te creëren waar de meest bijzondere recente aanwinsten, zowel aankopen als schenkingen kunnen worden tentoongesteld. Afhankelijk van wat er binnen komt zal er van een regelmatige doorstroming sprake zijn.Vanaf ca. 2000 voor Christus wordt er ijzer gewonnen. Oorspronkelijk werd het ijzer gesmeed, sinds de 15e eeuw echter kreeg men de techniek van het vloeibaar maken van ijzer onder de knie. Het metaal kon vanaf toen dus gegoten worden. Vooral in de wapenindustrie werd ijzer toegepast: lansen, zwaarden, messen en later kanonnen en kanonskogels. Vanaf de vroege middeleeuwen ging men ijzer ook voor decoratieve doeleinden gebruiken. Denk maar aan de deuren van grote gebouwen zoals kerken en kloosters, die met ijzeren banden versierd werden. Er kwamen langzamerhand steeds meer specialisten die de kunst van het ijzersmeden verstonden. Er zijn verschillende manieren om smeedijzer te versieren. Het gloeiend hete metaal kan bijvoorbeeld gehamerd en gedraaid worden. Het kan ook ‘gebeeldhouwd’ worden en zelfs geëtst. Eerst kwamen de opdrachten vooral van de rijken, later ook van stadsbesturen, burgers, kerken e.d. Ijzer werd toegepast op zeer uiteenlopende terreinen. Zo werd ijzer gebruikt om keukengerei van te maken, zoals bestek, potten,  pannen en allerlei hulpmiddelen zoals diverse haken, roosters voor boven het vuur e.d., voorts om nagels (spijkers) van te slaan, hekwerken te maken, (hang-)sloten en diverse kleine huis-, tuin- en keukenspulletjes. Ook in de bouw werd ijzer verwerkt. Om de vloeren van de verdiepingen te verankeren werden muurankers vervaardigd. Staande op de binnenplaats van Fort Zeelandia zijn de diverse muurankers heel goed te zien. Soms werden deze ankers aan de buitenzijde mooi bewerkt, meestal in de vorm van een jaartal. Een van de gebouwen in het fort heeft op de gevel het jaar 1784, het jaar waarin de verdieping werd gebouwd. Voor wie het zich nog herinnert: het afgebrande gebouw van de Nationale Assemblee aan de Gravenstraat had muurankers in de vorm van grote achten (8-8-8). Op foto’s is dat nog heel goed te zien.

MS-038

Recent werd ons een antieke smeedijzeren geldkist aangeboden. Hoewel het museum er reeds enkele in haar bezit heeft, kan een dergelijk aanbod nooit worden afgeslagen. Geen enkele kist is hetzelfde, ze verschillen sterk in afmeting en in bewerking. Over het algemeen zijn ze 17e eeuws. Sommige zijn prachtig versierd met krullen en uiteenlopende afbeeldingen, zoals bloemmotieven, andere zijn sober uitgevoerd. Frappant is ook dat er kisten zijn met een ‘geheim’ slot. Om het dieven niet al te makkelijk te maken werden de sloten kunstig verborgen en werd de aandacht afgeleid door een vals slot. Een prachtig voorbeeld van een dergelijke kist met vals slot bevindt zich te Nieuw Amsterdam. Zelfs de binnenkant, vooral de slotplaten, kon rijkelijk versierd zijn. Soms was in de kist nog een apart afsluitbaar vak gemaakt.

Dergelijke kisten werden algemeen gebruikt, zowel door het gouvernement als door particulieren, bijvoorbeeld op de plantages. In de kisten werden waardepapieren, geld en ander kostbaar goed bewaard. Zo zou de Dienst der Posterijen lang geleden over een kist beschikt hebben waarin de postzegels werden bewaard. De kisten zijn van zichzelf al erg zwaar, laat staan wanneer ze goed gevuld zijn (men moest in vroeger tijden over veel muntgeld beschikken), dan zijn ze toch niet altijd door twee personen te tillen. Alle kisten hebben twee stevige handvatten. Het museum houdt zich aanbevolen voor meer van dergelijke kisten. Over twee weken een andere bijzondere aanwinst.