Museumstof 019: Koper op de keper beschouwd

Museumstof 018: Wie wat bewaart, heeft wat
oktober 26, 2002
Museumstof 020: Wenerhouten meubelen
oktober 30, 2002
Show all

Museumstof 019: Koper op de keper beschouwd

Evenals in Europa was men vroeger in Suriname ook aangewezen op koperen voorwerpen voor duurzaam gebruik, vooral wanneer water daar een rol bij speelde. Een keur aan koperen voorwerpen werd in grote hoeveelheden geïmporteerd en wellicht ook in Suriname zelf vervaardigd. Hoewel het niet beperkt bleef tot bepaalde groepen, was en is koperwerk nog steeds en vooral in trek bij het creoolse volksdeel. Later kwam daar het gebruik door Hindostanen bij, denk maar aan de lotha en de thali, bij.

Het gebruik van koper is al sinds de oudheid bekend. Koper is rood van kleur. Het is een zacht metaal dat daardoor makkelijk te bewerken is. Rond 2500 voor Christus kwam men tot de ontdekking dat koper vermengd met  tin een sterk metaal opleverde: met die ontdekking begon het bronzen tijdperk. Behalve brons, een legering van koper met tin, kennen we ook nog messing, een legering van koper met zink. Een andere term voor messing is ook wel geelkoper. Er worden ook wel zink en lood in de mengsels opgenomen. Dat doet men vooral omdat het metaal dan makkelijker gegoten kan worden.

Koper werd lange tijd beschouwd als het goud van de gewone man, die zich de kostbare edele metalen niet kon veroorloven. Je kunt het zo gek niet bedenken of er werd koper voor gebruikt: sieraden, munten, klokken, wapens, vaatwerk, keukengerei, diverse soorten ketels, pannen, emmers, schotels, lepels, vazen, lampen, deuren en deurknoppen, strijkijzers, kandelaars, tulbandvormen, spiegels, kerkelijke gebruiks- en siervoorwerpen enz. Later werd koper vooral ook in de industrie gebruikt. Denk alleen maar aan electriciteitsdraad en allerlei apparatuur waar het in verwerkt werd. Huishoudelijke voorwerpen werden vooral van geelkoper vervaardigd. In de 16e en 17e eeuw was er geen keuken te vinden waar geen koperen voorwerpen gebruikt werden. Wapens daarentegen, zoals kannonen, maar ook klokken en vijzels werden overwegend van brons gemaakt. Tegen het einde van de 18e eeuw vindt er een terugval plaats. Glas, porselein en aardewerk zijn dan in opkomst. Af en toe is er sprake van een opleving. Alleen als keukengerei bleef koper tot ca. 1880 doorlopend in gebruik. Nu vindt het oude koperwerk zijn weg naar de verzamelaar.

Koper oxideert, daarom moet het regelmatig gepoetst worden. Poetsen met as en lemmetje is een in Suriname veel beproefd gebruik. Door die oxidatie krijgt koper een aparte glans, een zogenaamde patina. Er zijn liefhebbers die patina juist erg waarderen. Patina kan een teken van de tijd zijn maar het kan ook kunstmatig worden verkregen. Vooral bij vervalsingen maakt men gebruik van een kunstmatig verkregen patina. Let U er ook altijd op of antieke koperen voorwerpen geen gietnaad hebben. Dat duidt er meestal op dat U met een vervalsing te maken hebt. Het betekent dat het voorwerp in een mal is gegoten en niet op de hand vervaardigd is of door middel van een eenmalig gebruikt model van was. Die naad wordt vaak goed weggewerkt.

019

Ook het Surinaams Museum beschikt over een groot aantal oude koperen voorwerpen. Bijgaande foto toont een kraantjeskan uit de periode eind 18e, begin 19e eeuw.