Museumstof 016: Anne Frank
oktober 15, 2002
Museumstof 018: Wie wat bewaart, heeft wat
oktober 26, 2002
Show all

Museumstof 017: Kruis of munt

Op 8 april 2002 werd het Muntmuseum van de Centrale Bank officieel geopend. Hoewel het museum momenteel al toegankelijk is voor het publiek, zal het nog geruime tijd duren aleer er sprake is van een volwaardig numismatisch museum. Bij de opening werd dat impliciet door beide sprekers ook benadrukt. Vanwege het 45-jarig bestaan van de bank werd er evenwel voor gekozen het museum nu reeds open te stellen. De collecties en het verhaal erom heen zijn nog verre van compleet. Het is hier niet de plaats om het nieuwe museum inhoudelijk te bespreken. We mogen echter wel met zeer veel genoegen constateren dat de trend die enige jaren geleden voorzichtig werd ingezet nu ook door de Centrale Bank is opgepikt.

We hebben het dan over de trend binnen het bedrijfsleven om te komen tot zogenaamde bedrijfsmusea. Het eerste voorbeeld van een bedrijfsmuseum in Suriname is het museum van de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS, voorheen Dienst voor de Scheepvaart) waarvoor de basis in 1997 werd gelegd met het opzetten van een tentoonstelling ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan. Bij Telesur bestaan vergevorderde plannen om eveneens te komen tot een bedrijfsmuseum. De tentoonstelling die Telesur het afgelopen jaar bij het Surinaams Museum opzette, heeft daarvoor een goede basis gelegd. Ook vanuit andere beroepsgroepen of vakgebieden bereiken ons dergelijke geluiden. De belangstelling voor ons verleden neemt blijkbaar toe en uit zich dan vooral ook in de belangstelling voor het verleden van het eigen vakgebied. Het grote voordeel daarvan is dat het erfgoed van specifieke beroepsgroepen of vakgebieden door deskundigen uit eigen huis kan worden vastgelegd en geconserveerd. Het behoud van cultureel erfgoed gaat namelijk veel verder dan alleen de geschiedenis van land en volk en wat daar in immaterieel en/of materieel opzicht mee te maken heeft. Het dringt door tot in de kleinste en meest diverse aspecten van een samenleving.

De keerzijde van het verhaal is dat er steeds meer museologische kennis van zaken voorhanden moet komen om de specifieke museale taak van een (bedrijfs)museum inhoud te geven. Denk maar aan het beheer en behoud van collecties, restauratie, conservering, ontsluiten van collecties e.d. Die museologische kennis is in Suriname slechts in zeer beperkte mate aanwezig. Er zal dus een modus gevonden moeten worden waarbij de vereiste museale kennis en vaardigheden beschikbaar komen voor de diverse museale instellingen en particuliere collecties. Een centraal orgaan dat die kennis kan binnenhalen en van waaruit zij vervolgens kan worden verspreid is misschien een goede oplossing.

017

In verband met de opening van het muntmuseum beelden we hierbij een bijzonder muntje af. Het is vermoedelijk een zogenaamde plantagemunt. De herkomst is niet geheel duidelijk. De voorzijde toont de tekst J DE LA PARRA / SURINAME / 15 CENT; de keerzijde is glad. In tegenstelling tot het voormalige Ned. Oost-Indië, waarvan tientallen voorbeelden van in eigen beheer uitgegeven munten, zoals plantagemunten, bekend zijn, is er met betrekking tot Suriname juist zéér weinig over dergelijke munten bekend. We kennen nog slechts enkele andere voorbeelden: – munten van de plantage Mariënburg, die dezelfde vorm en uitvoering hebben als de hier afgebeelde, –  een muntje met op de voorzijde een negerkop en de tekst Jetton Hollandais en een wapenschild met lelies en twee hazewindhonden als schildhouders op de keerzijde, – en een eenzijdig geslagen muntje met opschrift H. De la Fuente – Wagen – Vracht. En wist U dat tot nog niet lang geleden de Melkcentrale gebruik maakte van aluminium muntjes, die de consument kon kopen en inwisselen tegen één respectievelijk een halve liter melk?

Het is duidelijk dat er voor het muntmuseum nog een belangrijke en zware taak is weggelegd bij het onderzoeken en ontsluiten van de muntgeschiedenis van Suriname. De Centrale Bank zal dan ook zeer in haar nopjes geweest zijn met het verschijnen van het driedelige, bijkans 1.500 pagina’s tellend standaardwerk over de bank- en muntbiljetten en zilverbonnen van Suriname. Vanaf deze plaats hulde aan het adres van Theo van Elmpt, die met zijn baanbrekend werk een sublieme inhoudelijke bijdrage heeft geleverd aan het muntmuseum waar niemand omheen kan.

In de winkel van het Surinaams Museum is Skoinsi, een kwartetspel met boekje met achtergrondinformatie over het Surinaamse geldwezen, nog steeds verkrijgbaar.