In deze tijd van computers, automatisering en digitale snelweg staan we niet gauw stil bij het begrip tijd. Het gebruik dat wij van het begrip tijd maken wordt als zeer vanzelfsprekend beschouwd. Hoe ingewikkelder een samenleving wordt, hoe nauwkeuriger men de tijd gemeten wil hebben.
Lang geleden, nog vóór de uitvinding van het uurwerk, kon het verstrijken van de tijd gemeten worden met behulp van bijvoorbeeld de zonnewijzer of de waterklok. Bij de zonnewijzer wordt gebruik gemaakt van de schaduw die zich door de dag heen verplaatst en bij de waterklok wordt gemeten hoeveel water gedurende een bepaalde periode uit een langzaam leeglopend vat stroomt. Op de binnenplaats van Fort Zeelandia staat een mooie zonnewijzer. Verder kennen we nog de zandloper die vroeger bijvoorbeeld op schepen gebruikt werd bij het wachtlopen of in de kerk op de kansel werd gezet om te zien hoe lang de preek duurde. Soms stonden er dan wel vier naast elkaar, die elk een kwartier aangaven.
De Chinees Su Sung werkte in het jaar 1088 aan een tijdmeting met behulp van een wiel waaraan emmertjes waren bevestigd. Telkens als een emmertje gevuld was, verstoorde dat het evenwicht waardoor het rad een slag draaide. Feitelijk was dat systeem de voorloper van het mechanisch uurwerk dat vermoedelijk in de 13e eeuw werd uitgevonden. Er werd gebruik gemaakt van veren en gewichten. In 1656 vond Christiaen Huygens het slingeruurwerk uit. Er zijn in de loop der tijd tal van klokken ontworpen die allemaal gebaseerd waren op het mechanische uurwerk. In deze tijd van electronica hebben zich andere systemen ontwikkeld. Het is toch frappant om te zien dat een van de meest moderne uitvindingen, de computer, om aan te geven dat je even moet wachten, gebruik maakt van een icoontje dat een zandlopertje voorstelt!
In het Surinaams Museum bevindt zich een zeer bijzondere klok met een mechanisch uurwerk. In de jaren veertig van de 19e eeuw bezocht de Surinaamse koopman Daniël Alexander Samuels een fancyfair in Philadelphia, USA. Hij won er een klok waarbij het uurwerk was ingebouwd in een pop van gietijzer, die een banjospelende neger voorstelde. Als de klok loopt (hij doet het nog steeds!) gaan de ogen van de banjospeler op en neer. Terug in Suriname schonk hij de klok aan zijn zoon Alexander Eduard Samuels, die aan de Zwartenhovenbrugstraat een zaak in bouw- en verfmaterialen en ijzerwaren dreef. De klok plaatste hij in een glazen kastje dat hij aan een haak buiten de winkel hing. De klok werd een ware attractie!
In de volksmond kreeg de klok de naam van Dandie Oloisi, Dandie’s klok, waarbij Dandie een verbastering van Daniël is. De kleindochter van Daniël Alexander Samuels, mevr. Eline Blijd-Samuels, schonk deze 30 cm hoge curiositeit uit de 19e eeuw aan het Surinaams Museum, waar hij momenteel tentoongesteld staat. In de wijk Ma Retraite I is een straat vernoemd naar Alexander Samuels.