Museumstof 73: Harry Frederik Voss

Museumstof 72: Wereldoorlog in de West
september 3, 2005
Museumstof 74: Wim Bos Verschuur, de sika in de pels van Kielstra
oktober 3, 2005
Show all

Museumstof 73: Harry Frederik Voss

De tentoonstelling ‘Wereldoorlog in de West’ maakt vele reacties los. Een aantal mensen wil hun verhaal kwijt over een familielid dat ook een rol heeft gespeeld in de Tweede Wereldoorlog. Vaak is het helaas zo dat er binnen de familie weinig materiaal bewaard is gebleven, in de zin van foto’s, documenten of biografieën. Een uitzondering hierop vormt Harry Frederik Vos, die dan ook een prominente plaats in de tentoonstelling in de dependance van het Surinaams Museum aan de Commewijnestraat heeft gekregen.

MS073Vos is in 1912 geboren te Paramaribo, waar hij school ging en tot 1934 werkte bij het Domeinkantoor. In dat jaar vertrok hij naar Nijmegen, waar hij zich aansloot bij het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger). Hij voer naar de Oost en werd, als lid van de Militaire Politie, in 1939 bevorderd tot sergeant. Na de inval van de Japanners op (toen nog) Nederlands-Indië werd hij op 29 mei 1943 te Kotatjane in de afgelegen provincie Atjeh geëxecuteerd omdat hij weigerde de geallieerden te verraden. Hij stond geen informatie af over de kleine troepeneenheden die in de bergen nog weerstand tegen de invallers boden, maar hij gaf ook te kennen dat hij geen Japanse huursoldaten op zou leiden.

Voordat hij werd terechtgesteld, heeft hij een jaar lang gevangen gezeten en is gemarteld. Hij had als laatste wens het verzoek of hij in de Nederlandse vlag begraven kon worden. Hij uitte deze wens luidop in het Maleis, zodat alle toeschouwers hem zouden horen: ‘Japanner, ik wil dat er een rood-wit-blauwe vlag om mijn borst wordt gewikkeld. En schiet dan maar raak’. Deze wens werd ingewilligd, blijkbaar omdat de Japanners toch wel waardering hadden voor de uitzonderlijke moed van Vos. De soldaat stierf met de woorden: ‘Leve de koningin’ op zijn lippen. Na de executie is zijn lichaam tot de volgende ochtend op het plein blijven liggen met het onderschrift op een bord: ‘Inilah tjontjonja orangjang tida maoe taroet printah Nippon’, vertaald met: “dit is een voorbeeld van iemand die de bevelen van Nippon niet heeft willen opvolgen”. Het lichaam van Harry Vos werd in de rivier geworpen.

In Suriname heeft de Bond van Oorlogsveteranen, samen met een speciaal samengesteld comité, er in 1950 voor gezorgd dat Vos niet vergeten zou worden. Hij werd postuum  onderscheiden met de Militaire Willems Orde, de hoogste Nederlandse militaire onderscheiding. Het comité gaf ter gelegenheid van deze gebeurtenis een boekje over Harry Vos uit.

Bij zijn bezoek aan Suriname destijds heeft Prins Bernhard uitdrukkelijk gevraagd om kennis te mogen maken met de moeder van deze heldhaftige Surinamer. Van Harry Vos zijn diverse foto’s bewaard gebleven, waarop hij prijkt in zijn militaire uniform. Er is zelfs een tegeltableau ontworpen waarop hij staat afgebeeld. Deze afbeeldingen zijn op vergroot formaat te zien in de tentoonstelling ‘Wereldoorlog in de West’, als eerbetoon aan Harry Vos, symbool voor alle heldhaftige Surinamers die zijn gevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Bron:

Interviews van Tony Wong: Surinaamse oorlogsveteranen van de Tweede Wereldoorlog, 1935-1945, Koreaoorlog 1951-1953 Dl. 1, Uitgave DeWare Tijd, z.j.