Museumstof 57: Wie wat bewaart, heeft wat – 2

Museumstof 56: Scholenbezoek
april 7, 2004
Museumstof 58: Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
mei 3, 2004
Show all

Museumstof 57: Wie wat bewaart, heeft wat – 2

De collecties van het Surinaams Museum zijn aan constante uitbreiding onderhevig. Een voor ons museum belangrijke manier van verwerven is door middel van schenkingen. Onlangs ontvingen wij van de heer en mevr.  D. Arrias-van der Kuyp een keur aan voorwerpen, zoals koper- en glaswerk, serviesgoed, foto- en schilderijlijstjes, een prachtig parfumflesje met zilveren sluiting, meubilair, penningen, e.d. Een mooie collectie foto’s maakte eveneens deel uit van de schenking. Deze foto’s, alle betrekking hebbend op één gezin, geeft een prachtig tijdsbeeld dat vrijwel de gehele 20ste eeuw beslaat. Op zijn minst drie van de foto’s waren vervaardigd door Augusta Curiel, over wie wij in een van de komende afleveringen vast nog eens te spreken komen.

In tweede instantie werd er een bijzonder voorwerp aan de schenking toegevoegd. Het kostte duidelijk moeite om er afstand van te doen maar de keus werd weloverwogen gemaakt. De heer Arrias beschikte over een tekening die gemaakt is door zijn overgrootvader David Hiskias Arrias. Generaties lang bleef deze tekening in het bezit van de familie tot zij tenslotte aan ons werd overgedragen en zij een plekje in de collectie beeldende kunst van het museum zal krijgen. De tekening is gesigneerd en gedateerd: D.H. Arrias. fecit. 27 februari 1834.

Alhoewel de tekening zeer charmant oogt en een welkome aanvulling is op de collectie tekeningen van het museum, heeft ze vooralsnog geen belangrijke kunsthistorische waarde. Zij is evenwel toch bijzonder. De enige andere ons bekende Surinaamse beeldende kunstenaars uit de tijd van David Arrias zijn Samuel Ferdinand Cornelis Arons (1812-1865, slechts enkele werken zijn van hem bekend)  en Gerrit Schouten (1779-1839) aan wie het Surinaams Museum enige jaren terug een grote tentoonstelling wijdde op basis van de tekeningen die zich in ons depot bevinden. Schouten was voltijds kunstenaar, dat is David Arrias vermoedelijk niet geweest. Arons stond in het wijkregister uit 1845 ingeschreven als kunstschilder. Alle anderen die zich voor, tijdens of na het leven van genoemde kunstenaars met beeldende kunst in Suriname bezig hielden waren buitenlanders (Stedman, Benoit, Winkels, Box, Voorduin, van Panhuys e.a.). Schouten, Arrias en Arons behoorden waarschijnlijk tot een zeer kleine kring van Surinamers die zich met beeldende kunst bezig hielden en waarvan, op het werk van Schouten na, maar weinig bewaard is gebleven.

MS057

De tekening laat een tafereeltje zien van een herderinnetje, zittend tegen een boom met in haar linkerhand een herdersstok en lichtelijk over haar heen gebogen een jongeman met de hoed in de hand. Voor hen staat een hond en iets verder staan twee geiten. De tekening is zeer typerend voor de tijd waarin zij werd vervaardigd. Het was de tijd van de Romantiek, een stroming die net als het Classicisme voortkwam uit het atelier van David (1748-1825). In de Romantiek wordt vooral de natuur gebruikt om een bepaalde emotie op te roepen. Dergelijke scenes komen we ook veel tegen op porselein maar dan al vanaf ca. 1760. Ook in de litteratuur is dit tafereel bepaald niet onbekend.  In de 3e eeuw na Christus schreef Longus de herdersroman “Daphnis en Chloë”, die de lotgevallen beschrijft van twee te vondeling gelegde kinderen die later de kinderen van rijke ouders blijken te zijn. Het is een idyllisch verhaal dat zich in een landelijke omgeving afspeelt. Dit verhaal diende veel als voorbeeld voor de pastorale romans van de 16e en 17e eeuw waarin de herder geidealiseerd werd als eenvoudige en gelukkige landbewoner. Het thema vormde tevens veelvuldig de basis voor opera en ballet.

Een schenking als deze toont ons weer eens hoe belangrijk het is om alvorens iets van de hand te doen contact te maken met het Surinaams Museum.