In het Surinaams Museum staat een prachtige oude apotheek. Deze bestaat zowel uit het interieur van de zaak, zoals kasten en toonbanken, als uit veel van de aparatuur en een groot aantal opslagcontainers die bewaard zijn gebleven. Een uitstekende bron om meer te leren over de bereiding van medicijnen in vroeger tijden, want al tientallen jaren lang worden de medicijnen in het buitenland fabrieksmatig vervaardigd en hier geïmporteerd.
Deze apotheek behoorde toe aan de heer Engelbrecht en ze stond tot 1964 aan de Steenbakkerijstraat 44. Daarna heeft mevrouw Frijmersum de zaak overgenomen en is een deel van de inboedel van de oude apotheek geschonken aan de Stichting Surinaams Museum. Apotheker Frijmersum vertelt met verve over de tijd van vóór de importmedicijnen en we komen heel wat te weten over de soms geheimzinnig uitziende aparatuur. Uit haar verhaal blijkt wel weer hoe belangrijk het is dat we de kennis van vroeger vastleggen. En hoe anders het apothekersvak toen was. Mevrouw Frijmersum heeft het handmatig maken van medicijnen nog meegemaakt. Kruiden werden fijngemaakt en tot poeders vermalen. Daarna werd de medicinale stof met een plakmiddel tot pillen gevormd op een pillenplankje. Al met al een ingewikkeld procédé, waar heel wat verschillende apparaten voor werden gebruikt. Zo staan in de apotheek bladsnijders en vermalers, porseleinen en emaille kookpotjes en diverse vijzels, mooie glazen destilleerkolven, een droogoventje en een miniscuul weegschaaltje. Ook de microscoop ontbreekt niet. Verder vinden we in de apotheek een prachtige verzameling oude potten en flessen, waarin de grondstoffen en medicinale ingrediënten werden bewaard. Een prachtige collectie apothekerspotten met een meerkleurige (polychrome) opdruk komen uit Delft en konden in de jaren ’70 met hulp van het Prins Bernhard Fonds worden aangekocht. Op elk potje staat wat erin zit en ze worden afgesloten door eveneens porseleinen deksels of glazen stoppen.
De apotheker diende Latijn te kennen, want alle opschriften zijn in die taal opgesteld. Ook moest je zeer nauwkeurig zijn. Bij het zelf bereiden van poeders is een uitvoerig onderzoek noodzakelijk. Het handboek geeft naast de beschrijving van de grondstoffen, de kruiden, daarom ook een uitgebreide beschrijving van de medicijnen die ervan werden vervaardigd. Mevrouw Frijmersum vertelt met verve over de ‘spaanse vlieg’, die werd geëxtraheerd en als ‘ lustopwekkend middel’ voor mannen diende. De spaanse vlieg als de viagra van vroeger blijkt dus geen verzinsel te zijn. De werking, die een geneesmiddel op het organisme uitoefent, is in hoge mate afhankelijk van de gevoeligheid van de patiënt voor de werking van het geneesmiddel, van de dosis en van de concentratie van het geneesmiddel. En met zo’n medicijn mocht je natuurlijk geen vergissing maken. Te veel van de grondstof was uit den boze.
Opmerkelijk in dit verband is ook de vermelding ‘Venena’ op een van de kasten. Op deze van een doodskop voorziene deur zit, in tegenstelling tot de andere deuren en laden, een slot. Achter deze deur werden de vergiften bewaard. En deze mochten niet door eenieder worden gehanteerd. Het was zoals met de huidige homeopathische middelen, een klein beetje is goed voor je gezondheid. Maar het innemen van te veel ‘venena’ (vgl. venijn), een dosis letalis, kan de dood tot gevolg hebben. Heel wat minder aangenaam dan een overdosis Spaanse vlieg!