Het dragen van een angisa rond 1 juli, de dag van de afschaffing van de slavernij, is een nog steeds geliefde traditie in Suriname. Al biedt het straatbeeld niet langer de aanblik van een groot aantal Creoolse vrouwen in ‘bigi koto’, vele dames dragen een moderne jurk met op hun hoofd een op ingenieuze wijze gebonden en gesteven doek. Het woord angisa werd reeds in 1778 in het Srananwoordenboek van Schumann opgenomen. Bij de Ashanti en in Dahomey kwam het benoemen en het op verschillende manieren binden van doeken reeds voor, deze cultuur is door de slaven meegenomen uit Afrika.
In de winkel in Fort Zeelandia zijn de Mededelingen van het Surinaams Museum te koop. Het nummer over de historische ontwikkeling van de kleding van de Creoolse vrouw, Let them Talk, is samengesteld door L. van Putten en J. Zantinge. Dit is een goed gedocumenteerd en overzichtelijk werk voor iedereen die geïnteresseerd is in koto, angisa en alles was daarmee samenhangt.
De angisa is kenmerkend door twee facetten: de bindwijze en de stof. De bindwijzen variëren sterk. Door de manier van binden wil de draagster meestal een boodschap overbrengen. De katoenen stof wordt gesteven met gomma en mooi glad gestreken. Bij speciale gelegenheden of gebeurtenissen worden stoffen met een bijzonder patroon bedrukt, denkt u maar aan de afschaffing van de slavernij.
De angisa op de afbeelding is onderdeel van de tentoonstelling “Anne Frank, een geschiedenis voor vandaag”. Het leven van Anne Frank staat hierin centraal, maar om te zorgen dat de informatie de Surinaamse jeugd ook aanspreekt is er een aansluiting gemaakt met onze geschiedenis: welke rol speelde ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog? Op de zolder in Fort Zeelandia is daartoe “Met Open Armen” ingericht; informatie over de opvang van Joodse vluchtelingen in Suriname, bij elkaar gebracht door Cynthia McLeod. Maar Suriname heeft meer gedaan. Zo’n vijfhonderd jonge mannen hebben zich als vrijwilliger aangemeld om te gaan vechten voor Nederland. Ook hebben de Surinaamse burgers, ondanks de slechte economische situatie, hard gespaard om een vliegtuig te kunnen kopen om dat in de oorlog in te zetten tegen de bezetter. Dit vliegtuig was een zogenaamde Spitfire. Bij deze gelegenheid werd ook een speciale angisa uitgegeven, eveneens Spitfire genoemd. Het is een Afrikaanse batik in blauw op een witte achtergrond, met het alfabet in de vorm van een ruit opde stof gedrukt. In de vier punten staan respectievelijk een schoolbord, een opengeslagen schrift, enkele pennen en een lei. De afbeelding op de stof heeft dus geen overeenkonmsten met het onderwerp: Spitfire. Dat zien we vaker. Het ontwerp voor deze angisa dateert uit de 19e eeuw. Deze stof werd toen al op de West-Afrikaanse markt verkocht. Heel veel zogenaamde Afrikaanse batik wordt ontworpen in Nederlandse textielfabrieken en tot op heden zijn deze stoffen zeer gewild. Onze ‘Spitfire’ stond en staat in Afrika bekend onder de naam ‘Alfabet’ want omdat het een zo gewilde doek is, wordt ‘Alfabet’ tegenwoordig nog steeds verkocht op de Afrikaanse markt. De opbrengsten van deze angisa gingen naar het Spitfire-fonds.
De expositie over Anne Frank en de Tweede Wereldoorlog is nog te zien tot medio augustus. Ook scholen zijn welkom, er is een lespakket ontwikkeld.. Een bezoek aan deze tentoonstelling is voor de leerlingen zeker de moeite waard. Belt u het museum om een afspraak maken.