In elke verzameling, of het nou een museale of particuliere verzameling is, bevinden zich wel voorwerpen of foto’s e.d. die vragen oproepen. De ene keer is het een totaal onbekend voorwerp, de andere keer gaat het bijvoorbeeld om vragen met betrekking tot de betekenis of de functie ervan. Dat is ook het geval met de verzamelingen van het Surinaams Museum. Ook daarin bevinden zich voorwerpen waar in het geheel niets of maar weinig van bekend is. Soms vereist het heel wat speurwerk om de opgeworpen vragen te kunnen beantwoorden, soms komt er in het geheel geen antwoord op de vragen en soms komt het antwoord uit een totaal onverwachte hoek. Dat laatste deed zich een jaar of tien geleden voor.
Een wat vreemd voorwerp trok allang de aandacht, niemand wist echter ook maar een richting aan te geven waarin gezocht moest worden. Het betrof een sierlijk langwerpig voorwerp van hout, breed aan de bovenzijde en uitlopend in een lange steel. Op de kopzijde zat een dekseltje geschroefd, vanaf het losse uiteinde van de steel liep een lange springveer er dwars doorheen naar de kop. Als je aan het einde van de steel trok, daardoor de veer spande en die vervolgens losliet, sprong er vanuit het brede gedeelte een plaatje naar buiten waarop scherpe pinnetjes waren vastgezet. Vergelijk dit maar met het spijkerbed van een fakir of beter nog met het ronde voorwerp met rechtopstaande pinnen die je onderin een bloemenvaas legt en waar je de bloemstelen op kunt vastprikken.
Op een goede dag hadden we de conservator van het anatomisch museum in Leiden op bezoek en bij een rondgang door de collectie stuitten we op dit voorwerp. Het lang gezochte antwoord werd spontaan gegeven. Het betrof een 19e eeuwse kopzetter of exicator, een wel heel mooie naam voor een wel heel simpel voorwerp dat afkomstig is uit de medische wereld. Met behulp van de exicator werden de pinnetjes even in de huid geschoten. Vervolgens werd er een verhit glas opgezet. Door de afkoeling ontstond dan een zuigende werking.
De tweede functie van de exicator was die van “lijkenprikker”. In de 17e en 18e eeuw was men bang voor schijndood en dus bang om levend begraven te worden. Door nu een prikje uit te delen kon gecheckt worden of betrokkene inderdaad de ogen voor eeuwig had gesloten danwel in een diepe slaap verkeerde. Of het uitdelen van zo’n testprik honderd procent betrouwbaar is, laten we maar in het midden.
Er is nog zo’n gek voorwerp waar we niets van weten. Hierbij dan ook de oproep aan degene die het antwoord denkt te weten om contact te maken met het museum. Het betreft een ronde platte steen met een diameter van 29 – 30 cm en een dikte van 4-5 cm. De volgende tekst is erin gegraveerd: f. 500 000 f 400.000 GOUD
f. 100.000 ZILVER BEGRAVEN 1-11-1860 DOOR SLAAF No 6 M EIGENAAR W. PAAK f 5.00.000 .W.P. Vermoedelijk was de steen ingemetseld in de vloer. Het vertoond namelijk slijtagesporen op het meest hoge gedeelte, waar het woord slaaf gestaan heeft.
Wie o wie kan ons zeggen waar deze steen vandaan komt en waar zij voor gediend heeft? Of is het een grote grap?