Museumstof 007: Apotheek Engelbrecht
augustus 31, 2002
Museumstof 009: Schoenmakerij
september 1, 2002
Show all

Museumstof 008: Tabak

Al op zijn eerste reis naar de Nieuwe Wereld, in 1492, maakten Columbus en zijn metgezellen kennis met inheemsen die bundels bladeren rookten. Grafvondsten tonen aan dat tabak tenminste reeds 2500 jaar geleden werd gerookt. Het waren in de eerste plaats de medische toepassingsmogelijkheden, die de 16e eeuwse geleerden interesseerden, het roken zelf niet. Tabak werd populair als middel tegen vele kwalen. Tegenwoordig zijn de medische toepassingen niet meer aan de orde. Binnen inheemse gemeenschappen speelt tabak evenwel nog steeds een rol, zowel ceremonieel als medisch.Vanaf het midden van de 16e eeuw wordt roken in Europa steeds populairder. De kleipijp die daarvoor gebruikt wordt, is wellicht gebaseerd op Zuid- en Midden-Amerikaanse modellen van rood aardewerk. De oudste Europese kleipijpen zijn in leistenen of messing mallen van witbakkende klei gemaakt. Aan de hand van de modellen, de merken en de afbeeldingen zijn de pijpen vrij goed te dateren.

In de kolonie Suriname werd, gezien het aantal vondsten, heel wat afgerookt. 300-460 In het museum staat een vitrine met een greep uit die vondsten. Er zijn prachtig bewerkte pijpen bij en de historie van de kleipijp is aan de hand van de diverse modellen in de collectie goed weergegeven.

Ook slaven werden in de gelegenheid gesteld te roken. In dezelfde vitrine liggen enkele (delen van) schedels van slaven die intensief de kleipijp rookten, zowel mannen als vrouwen. Klaarblijkelijk werden regelmatig tabak en kleipijpen uitgedeeld. De gebitten tonen duidelijk het intensieve, dagelijkse gebruik van de kleipijp, waardoor prachtige ronde gaatjes zijn uitgesleten tussen de tanden van boven- en onderkaak. De steel van de pijp kun je er zo in schuiven. Stedman (1799) noemde het feit dat de slaven tabak en pijpen kregen een bewijs van goede behandeling. Het skeletmateriaal is afkomstig van de slavenbegraafplaats van plantage Waterloo, Commewijne, die inmiddels door de oceaan is weggespoeld. 70-744 Alle onderzochte gebitten van volwassenen afkomstig van deze begraafplaats bleken deze “pijpkanaaltjes” te hebben. Het gemiddelde lag zelfs op 2,5 per persoon.

De pijpen waren erg teer en dus kwetsbaar. Van kapotte pijpen werden de stelen in stukjes gebroken om als kraal dienst te doen. Deze kralen worden pipa tiki genoemd. Het gebruik van de pijp is, zij het in mindere mate, vooral onder de creoolse bevolking in zwang gebleven en dan vooral met betrekking tot de traditionele culturele gebruiken, zoals bij wintipre en kra tafra.

008

Bijgaande foto van De Bussy dateert uit de eerste helft van de 20e eeuw en toont een vrouw zittend voor de markt aan de waterkant. Ze heeft een pijp in de hand. Op de achtergrond is rechts nog een stukje van de Lutherse Kerk te zien. Waar op de foto de Koningin Wilhelminaschool staat, bevindt zich nu de Surinaamse Volks Crediet Bank, VCB.

Bron: proefschrift van M.R. Khudabux, Effects of life conditions on the health of a Negro slave community in Suriname (‘s-Gravenhage 1991). Het skeletmateriaal is in bruikleen afgestaan door het Medisch Wetenschappelijk Instituut.