Museumstof 008: Tabak
september 1, 2002
Museumstof 010: Vitrines
september 2, 2002
Show all

Museumstof 009: Schoenmakerij

Schoenmakerij Kamperveen dateert uit de eerste helft van de 20e eeuw en was gevestigd aan de Weidestraat te Paramaribo.  De familie schonk de inventaris aan het Surinaams museum, zodat we er nu in Fort Zeelandia van kunnen genieten. Kamperveen herstelde en vervaardigde schoeisel, voornamelijk herenschoenen. Hij zat meestal op een bankje met een groot gat midden in de ‘zitting’, de spijkerbak ernaast binnen handbereik. Kamperveen deed vrijwel alles met de hand. Volgens ooggetuigen beschikte hij alleen over een elektrische aflapmachine.

Aan de werktafel hangen verschillende leesten. Je voet werd gemeten en de juiste leest gekozen. De leesten werden gebruikt om het leer voor de schoenen vorm te geven. In de oude schoenmakerij staat een stikmachine waarmee het leer van de schoenen aan elkaar vast werd genaaid. Daarna moest de bovenkant aan de zool worden bevestigd en onder een oude persmachine geklemd. Er ging een zool of een halve zool onder om de schoen te beschermen. De ijzeren vormen zijn bedoeld als inlegstuk zodat de schoenen gelijmd kunnen worden in de pers. De gebogen vormen zijn voor damesschoenen met een hakje. De lijm die men vroeger gebruikte hechtte namelijk door druk uit te oefenen. Daarna werd de schoen gespijkerd en op de leest geschoeid zonder hak. Die werd er later aan bevestigd. De gereedschappen die u tentoongesteld ziet, zijn de originele, zoals de speci­ale schoenmakershamer. Het apparaat dat aan de bank zit bevestigd krijgt een inzetstuk, zodat je met een draaibeweging gaten kunt maken, drukkers of oogjes kunt aanbrengen. Schoenmaker Kempes van de Wanicastraat is momenteel nog de enige die schoenen maakt, in plaats van ze slechts te repareren. Hij heeft ons dan ook heel wat verteld over de attributen in onze collectie.  Het “strijkijzer zonder handvat” werd gebruikt om de zool te verharden. Het leer werd nat gemaakt en met een ronde hamer werd net zolang op het ijzer gekloprt totdat het hard was. Nu wordt hiervoor een wals gebruikt. De duivelsklauw, die we ook bij de schoenlappers op straat nog tegenkomen, werd gebruikt om schoenen te repareren.

Jan Ernst Matzeliger in 1885

Jan Ernst Matzeliger in 1885

Een schoenmaker die niet bij zijn leest bleef, maar door zijn uitvinding een beroemde Surinamer werd, was Jan Ernst  Matzeliger. Hij werd in 1852 geboren aan de Cottica, als zoon van de blanke planter Martzilger en de slavin Aletta. Met een slavin als moeder en het feit dat slaven geen schoenen mochten dragen, is het des te opmerkelijker dat Jan Ernst een revolutionaire uitvinding in de schoenenbranche op zijn naam heeft gezet.

Als jongen was hij al erg handig. Hij vertrok naar Amerika toen hij 19 was en vond werk in een schoenenfabriek te Lynn, Massaschussets. In het tijdperk der ontdekkingen was er alle ruimte voor Matzeligers aangeboren talent voor technische vernuftigheden. Hij ontwierp, eerst van hout en later van metaal, een machine om te kunnen zwikken.  De meeste schoendelen konden al machinaal vervaardigd worden. Maar het bevestigen van de binnenzool aan de schacht, het zogenaamde ‘zwikken’ werd nog steeds handmatig gedaan. De fabriek had heel wat zwikkers in dienst om de rest van het productieproces van de schoenen bij te kunnen houden. In 1885 gelukte het Matzeliger om een werkend prototype te maken. Hij vond twee financiers en richtte met hen de Consolidated Lasting Machine Company op.  De “Lasting Machine”, oftewel zwikmachine, kon per dag 700 paar schoenen afleveren, een zwikker kon  er slechts 10 maken. Voor zijn octrooi kreeg Matzeliger aandelen in de maatschappij. Hij genoot er echter niet lang van. In 1889 stierf hij op zevenendertigjarige leeftijd aan tuberculose. De aandelen liet hij na aan de North Congregational Church, waar hij lid van was en die er later een forse hypotheekschuld geheel mee kon aflossen. In de kerk hangt zijn portret en in Lynn staat een standbeeld van Matzeliger. In 1901 kreeg hij posthumm een gouden medaille en een diploma uitgreikt. Enkele jaren geleden verscheen in Amerika een postzegel met zijn beeltenis.

Over Matzeliger z’n schoenmachine 

De blijdschap omdat ik die schoen aan heb,

Matzeliger, doet je langer in mijn gedachten zijn.

Want vaak krijg ik de angst te pakken

wanneer ik langs de graspollen loop.

 

Waar oude spijkers of blikken mij verwonden zouden,

of waar iets stinkends?… Hij heeft mij ervoor behoed,

dat die stank niet aanmijn voeten kwam!

 

Dan zeg ik: Matzeliger, ik moet een voorzanger zijn

die vol emotie begint te zingen

een lied van zegen op jouw naam.

 

Het standbeeld voor wat je deed, in mij moet het

als een brug blijven staan, voor mijn Suriname, om steeds

jouw aandeel te herdenken, in een donkere tijd van armoe.

MICHAEL SLORY (vert. M. Berchem)