december 14, 2002

Museumstof 25: de eerste musea van Suriname

In nummer 18 van Museumstof kondigden wij aan een aflevering te zullen wijden aan de geschiedenis van het museumwezen in Suriname. Dat doen we hierbij. In de zestiger jaren van de 19e eeuw kreeg het Surinaamse Gouvernement van de heer J.M. Jansen Eycken Sluiters een verzameling zoölogica geschonken. (Een collectie met betrekking tot de dierenwereld.) In 1854 werd op particulier initiatief de Koloniale Bibliotheek opgericht, die vervolgens in 1857 aan het gouvernement werd aangeboden. In 1867 werd de Koloniale Bibliotheek, samen met voornoemde verzameling afgestaan aan het inmiddels in het leven geroepen “Surinaamsch Genootschap tot bevordering van Kennis”. In 1875 werd […]
december 5, 2002

Museumstof 24: en de ton die viel in duigen

Houten tonnen, kuipen of vaten zijn in Suriname veelvuldig gebruikt, ingevoerd maar ook ter plaatse vervaardigd. In kleine kuipjes werd bijvoorbeeld pekelvlees of haring ingezouten. In de grotere tonnen vervoerde men suiker. Ook kennen we de eikenhouten vaten als opslagplaats voor wijnen. Een ander woord voor ton is fust, vaak in verband met bier. Kuipen werden ook gebruikt om in te wassen of te baden, en natuurlijk als regenton.
december 1, 2002

Museumstof 23: Hulde aan Teylers Museum

Herinnert U zich de tentoonstelling uit 1999 over Gerrit Schouten nog; de man die bekend staat als de eerste Surinaamse creoolse kunstenaar? Het Surinaams Museum beschikt over 51 tekeningen van de hand van Gerrit Schouten, Deze tekeningen, alle uit 1823 en 1824 en topstukken in onze collectie, werden voor het eerst sinds hun bestaan aan het publiek getoond.Vanuit het oudste Nederlandse museum, Teylers Museum in Haarlem, bestond belangstelling voor overname van deze tentoonstelling. Dat is inmiddels gebeurd en ook in Nederland werd de tentoonstelling zeer goed ontvangen.
november 15, 2002

Museumstof 22: weri yu angisa

Het dragen van een angisa rond 1 juli, de dag van de afschaffing van de slavernij, is een nog steeds geliefde traditie in Suriname. Al biedt het straatbeeld niet langer de aanblik van een groot aantal Creoolse vrouwen in ‘bigi koto’, vele dames dragen een moderne jurk met op hun hoofd een op ingenieuze wijze gebonden en gesteven doek. Het woord angisa werd reeds in 1778 in het Srananwoordenboek van Schumann opgenomen. Bij de Ashanti en in Dahomey kwam het benoemen en het op verschillende manieren binden van doeken reeds voor, deze cultuur is door de slaven meegenomen uit Afrika.