Op zaterdag 10 oktober wordt de Dag van de Marrons gevierd. Hoewel deze dag al vanaf 1974 de nodige aandacht krijgt werd ze pas in 2010 een nationale feestdag. Vanaf het begin van de kolonie Suriname tot aan de afschaffing van de slavernij in 1863 werden tal van vredesonderhandelingen gevoerd met indianen/inheemsen en gevluchte slaven/marrons. Op 10 oktober 1760 werd het vredestractaat getekend met de Ndyuka.
Bij het museum krijgen we regelmatig de vraag of we over voorwerpen of foto’s beschikken met betrekking tot de slaventijd. Die zijn er helaas niet. In het algemeen wordt 1839 aangemerkt als het jaar waarin de fotografie werd uitgevonden. Kort daarna kwamen de eerste reizende fotografen naar Suriname. Er zijn voor zover ons bekend geen foto’s uit die tijd met betrekking tot slavernij. De oudste foto’s in de collectie van het Surinaams Museum zelf gaan terug tot de jaren ’80 van de 19e eeuw. Tekeningen zijn er wel gemaakt.
Er zijn wel slechts twee voorwerpen in de collecties aanwezig die in relatie staan tot de vredestraktaten. Het zijn ‘ringkragen’. In de 17e eeuw was een ringkraag een metalen kraag die ter bescherming rondom de hals werd aangebracht. Het maakte feitelijk onderdeel uit van het harnas dat in de strijd gedragen werd door de ruiterij. Het was dus aangebracht boven het borstharnas, de kuras. Later evolueerde de ringkraag tot een min of meer halve maanvormig borstsieraad van zilver dat aan een ketting om de hals gedragen werd. In diverse Europese legers worden ze nog gebruikt, bijvoorbeeld door de officier van piket en vaak is het nationale wapen erop afgebeeld. Voor Nederland de Nederlandse Leeuw met de wapenspreuk “Je maintiendrai” (ik zal handhaven).
De overheid zorgde ten tijde van de vredesverdragen of het vernieuwen daarvan voor waardigheidstekens voor de leiders in de vorm van een stok met zilveren knop en een ringkraag. Op de zilveren knop was het jaar waarin de vrede werd gesloten aangegeven, later het gouvernementswapen. Ook de naam van de eerste voorganger van de houder van de stok, kon er in staan.
In de loop der jaren is de ambtskleding vaak aan verandering onderhevig geweest. Op bijgaande foto uit ca. 1920 zien we granman Amakti in zijn officiële uniform. Amakti was granman van 1916 -1931. In de uitvoering van de uniformen werd onderscheid gemaakt tussen die van granman en kapiteins. Het uniform van de eerste was voorzien van goudgalon, dat van de kapiteins van zilvergalon. Alleen de granman droeg een sabel. Allen hadden een ringkraag om de hals hangen en al dan niet een stok met zilveren knop. Op deze foto zijn alle drie attributen te zien. Er was een periode dat de granman een driekantige hoed droeg met oranje kokarde en een zwarte lis, de kapiteins daarentegen een ronde hoge hoed met oranje kokarde.
De tegenwoordige uniformen lijken in geen enkel opzicht meer op die van de foto, maar ze zijn wel van deze tijd.
Hoewel het gebruik van ringkraag en stok goeddeels verdwenen zijn, hopen we maar dat ze als erfgoed door de onderhavige groepen goed bewaard worden. En voor wie een ringkraag wil zien, er ligt er een in de tentoonstelling over de geschiedenis van Suriname.