Museumstof 004: Beeldmerk
oktober 12, 2001
Museumstof 006: de keerzijde van de medaille
augustus 30, 2002
Show all

Museumstof 005: Aardewerk

In een onlangs opgeleverde nieuwe vitrine in het Surinaams Museum is een mooie collectie aardewerk en porselein te bezichtigen. In de inventarissen van rijke planters werden reeds in de achttiende eeuw grote hoeveelheden glaswerk en servies beschreven. Dit servies bestond aanvankelijk voornamelijk uit aardewerk, later kwam er steeds meer porselein. U herinnert zich vast nog wel die mooie rijk bewerkte kommen waaruit vroeger bij oma koffie gedronken werd. Bij opgravingen wil nog wel eens een aantal scherven opduiken waarop een merkteken of een deel van het patroon nog te zien is. Aanvankelijk werden ter versiering patronen handmatig ingekrast of opgeschilderd, maar de uitvinding van de transferprint maakte het mogelijk om decors machinaal te vermenigvuldigen. Onder drukdecors worden versieringen verstaan die tot stand komen door op koperplaten aangebrachte gravures in te wrijven met inkt en over te brengen op speciaal papier. Terwijl de inkt nog nat is, wordt het décor afgedrukt op een keramisch oppervlak. Dit kan zowel boven als onder het glazuur worden aangebracht. Hoewel deze uitvinding reeds in de 17e eeuw bekend was in Engeland, werd de techniek pas in de achttiende eeuw op grote schaal toegepast. Handbeschilderde voorwerpen zijn te onderscheiden van bedrukte door hun onregelmatigheid in de tekening. Ook is op bedrukt aardewerk op de plaats waar het patroon op elkaar aansluit vaak een overlappend randje zichtbaar.

Aanvankelijk werd het meeste Nederlandse aardewerk in Delft gebakken. Vanaf 1836 werd er in Maastricht ongedecoreerd, beschilderd en bedrukt witbakkend aardewerk geproduceerd. De decors waren meestal monochroom, dat wil zeggen in één kleur: blauw, rood of bruin en soms in groen. De meerkleurige, polychrome patronen werden in stappen opgebracht, kleur voor kleur. Het Maastrichtse aardewerk is vaak herkenbaar aan de op de onderzijde aangebrachte merken van een van de drie meest bekende fabrieken uit die stad, te weten de firma Sphinx (een ingedrukt beest, dat op een leeuw lijkt), de naam ‘Petrus Regout’ voor de gelijknamige fabriek en tenslotte het merkteken van de ‘Société Ceramique’.

Maastrichts aardewerk werd in grote hoeveelheden geëxporteerd naar Nederlands-Indië en Suriname. Vaak werden stukken of hele serviezen op speciale bestelling gemaakt. Dit wordt wel Chine de commande genoemd. We weten dat deze bijzondere bestellingen geplaatst werden, onder andere omdat er bepaalde decors voor de buitenlandse markt werden ontworpen. Maar veel opmerkelijker zijn de voorwerpen die een tekst hebben in een bijzondere taal, zoals bijvoorbeeld het Sranan, de lingua franca van Suriname. Over de gebruikte teksten op aardewerk komen we in een van de volgende afleveringen uitgebreid terug. Voor nu geven we een voorbeeld van een mooie transferprint op een bordje. Het onderschrift luidt: “Hernhuttersche Kerk Paramaribo”. Het betreft de Grote Stadskerk.

005

Hebt u thuis in uw keuken- of glazenkast een stuk serviesgoed staan waarop een tekst of afbeelding staat die duidelijk met Suriname te maken heeft, dan is dit vrijwel zeker speciaal gemaakt voor de Surinaamse markt. De Stichting Surinaams Museum zou graag uw voorwerp willen zien en fotograferen, om zoveel mogelijk serviesgoed dat op bestelling voor hier is gemaakt, te kunnen inventariseren.